





Armoede
Wat wel erg imponerend was, was dat Cuba veel armer was dan we dachten. Tuurlijk, we hadden geen Amerikaanse shoppingmalls verwacht. Maar huizen zijn veelal zelf gemaakt. Als je geld hebt is dat nog wel te doen, maar de sloppenwijken waren sloppenwijken zoals we alleen in films gezien hadden. Bovenstaande foto was in Vinales, een redelijk goed ontwikkeld dorp dat veel inkomsten vergaart via AirBnB’s en toerisme. In dorpen in de buurt zagen we huizen (kaveltjes) gemaakt van golfplaten, met uitgemergelde werkpaarden en honden ernaast. Beelden die ons eerder deden denken aan Afrika dan aan Cuba.
Winkels hebben we vrijwel niet gezien. Eten wordt rechtstreeks uit de natuur gehaald. Op straat zie je zelfgefokte varkens aan het spit hangen.

De Cubaanse Keuken
De Cubaanse keuken is typisch. Iedere liefhebber van organisch voedsel en vrije uitloop dieren kan hier zijn hart ophalen. Het meeste fruit wordt, in ieder geval in de landelijke gebieden, gewoon uit de natuur gehaald. Vooral op guave zijn ze gek. Als je dus bij een host gaat ontbijten, verwacht dan heel veel vers tropisch fruit zoals ananas, mango, guave, en papaya.

Guave was toen wij er waren, in Maart dus, wel de absolute nummer 1 vrucht. We werden overal onthaald met guave smoothies, guave-compote en verse guave. Zelfs de rum is in Vinales gemaakt van guave.
Authentiek Cubaans avondeten bestaat uit veel rijstgerechten (met bonen), en vlees met salades. Persoonlijk vonden wij het eten wat gemaakt werd door onze hosts vele malen lekkerder dan wat we aten in restaurants. Ze zijn in Cuba namelijk niet echt scheutig met specerijen. Onze tweede host daarentegen maakte heerlijke gerechten van exotische groentes die vooral wat weg hadden van Indiase curries.
Duur is het allemaal niet. Voor 14 euro heb je een megamaaltijd inclusief mega cocktail in een restaurant. Éenzijdig is het wel een beetje. Noem me een neppe globetrotter, maar ik ben zelf niet zo dapper met het eten van voedsel in minder hygiënische omgevingen en ik had graag wat extra rantsoen bij mij gehad.
Chocolade hebben ze vrijwel niet in Cuba! En als ze het hebben is het extreem duur! Wij hadden nog 1 kinder maxi reepje (je weet wel, die kleine reepjes van kinder) bij ons. Toen we deze aan onze host lieten zien begon ze oprecht te kraaien van blijdschap. Daarna werd de hele familie er bij geroepen en werd het luttele stukje chocola in 5 stukjes gebroken en uitgedeeld.
Moraal van dit verhaal en een mooie reistip:
De lokale bevolking houdt waarschijnlijk net zoveel van chocolade als, eeeh? Iedereen? Maar ze hebben vrijwel geen mogelijkheden om het te eten. Als je ze écht blij wil maken, neem dan vooral wat extra chocolade mee. Wij baalden oprecht dat dat ene reepje het enige was wat wij nog konden geven.
Stop 2: Soroa
Mowgly, onze host, boekte een ‘Communual taxi’ voor ons naar Soroa. Een hartstikke leuke manier om andere reizigers te ontmoeten. We reisden met een Amerikaans gezin met wie we meteen een klik hadden. Helaas reisden zij in 1x door naar Havana, terwijl wij nog een tussenstop maakte in Soroa.

Soroa is iets minder bekend. Het is ook geen plaats waar je je weken kunt vermaken, maar het heeft wel een hele gave natuur. Er is een park waar je je zeker wel een dag kunt vermaken. Er zijn watervallen en beekjes waar je kunt zwemmen.

Wat onze verblijf in Soroa echter het allerleukste maakte was absoluut onze Host. We verbleven bij ‘ Oneida ‘ die een prachtig verblijf had. De kamer was basic, maar ze hadden een enorme weelderige tuin met terras. Ze spraken geen Engels, wij geen Spaans. Maar gelukkig is er google translate. En zo hebben we de hele avond kunnen praten. Oneida woonde met haar moeder en dochters in de woning. We hebben ’s avonds heerlijk op het terras gezeten waarbij er mojito’s voor ons klaar werden gezet, en waar we feestelijk bediend werden met Cubaanse muziek en salsa-dansen.

La Terazza
De volgende dag zouden we naar La terrazza gaan. We konden kiezen of we met de taxi of te paard zouden gaan. Wij lieten ons dat geen twee keer vragen en gingen te paard.
Paarden zijn net zo’n gebruikelijk vervoersmiddel als taxi’s. Het is geen hobby, en er zijn geen speciale ruiterpaden of wat dan ook. Paarden lopen gewoon op de autoweg, of in het bos door smalle paadjes die zeker niet voor paarden ontworpen zijn. Je moet dus niet raar staan te kijken als je ineens dwars door een rivier heen moet, of je gids af moet stappen om een boomstam door midden te haken om verder te kunnen.
Het was een ontzettend gave rit, 3 uur lang door de diepe bossen van Cuba.
Toen we bij le terrazza waren, waren we vooral uitgeput van de rit. We hebben ons dus tegoed gedaan aan een lekkere lunch en een cocktail. Zonder internet was het moeilijk om uit te vinden wat er precies te doen was – Behalve een kabelbaan – en dus gingen we na enkele uurtjes weer terug voor een lange rit te paard.
Ha; dat was een miscalculering van ons. Wij dachten dat we met onze paardrijachtergrond (lees: Ik rijd al 18 jaar paard en heb een eigen paard die sinds een aantal jaren lekker met pensioen is, en ook Arjan heeft al wat paardrijervaring) best nog 3 uur terug konden.
Onze gids had gezien dat we wat ervaring hadden en nam de alternatieve route waarbij we constant konden draven en iets sneller thuis zouden zijn. Nou, drie uur in draf in de brandende zon op een hard westernzadel met scheve beugels was geen pretje. Zowel voor ons niet als het paard. Arjan had letterlijk blaren op z’n billen. Ik was kneiterhard aan het verbranden en kon geen boe of bah meer zeggen. Laat staan dat ik fatsoenlijk kon meebewegen te paard. De paarden waren deze ritten wel gewend, en extreem fit. Ze waren dan ook hoogstens een beetje klam. Toch merkte ik dat mijn paard op een gegeven moment mank ging lopen omdat ik er als een ongecontroleerde lappenpop opzat.
Arjan en ik hebben als echte warriors (lees: we waren vooral te schijterig om aan te geven dat we echt uitgeput waren) gestreden, maar toen het paard er moeite mee begon te krijgen konden we gelukkig zonder problemen een taxi laten komen.
’s avonds konden we echt bijna niet meer lopen en zijn we na een lekkere maaltijd van Oneida meteen naar bed gegaan.
Stop 3: Havana
We waren echt wel toe aan wat luxe en hadden dan ook uitgekeken naar onze trip naar de grote stad, waar we eindelijk wat luxe voorzieningen hoopten te hebben.
Havana. Onze eerste host Mowgly, had tot dan toe een uitstekende taak verricht met het plannen van onze reis. Helaas viel onze accommodatie in Havana tegen. We zouden in het centrum van Havana verblijven, maar uiteindelijk bleek het er net buiten te vallen in een redelijk arme buurt. Onze kamer had ook geen ramen, en wel tralies, dus ondanks dat Cuba een veilig land is voelden we ons op dat moment erg onveilig.

Er was ook geen internet. Je zou zeggen; de authentieke Cuba-experience. Maar bij het plannen van je dagen is internet toch wel verdomd handig. Ook in de stad hadden we, zonder internet, moeite om een werkende WiFi spot te vinden. We hebben dus wat rond gehangen in Oud-Havana en hebben the Capitol bezocht. Er waren een aantal leuke marktjes, barretjes en parken die we bezochten. ’s Avonds gingen we naar de lobby van een luxe hotel in de hoop dat we daar eindelijk werkend internet zouden hebben. Maar zelfs met een kaartje wat we voor een 5 dubbele prijs in het hotel moesten aanschaffen kregen we welgeteld 1 minuut verbinding. Ook was de tourist information als gesloten.

Als laatste hebben we dus maar weer een taxi genomen, zodat we onze taxichauffeur zouden kunnen uithoren over leuke activiteiten. Omdat we in zo’n vervelende buurt verbleven, en niet iets anders konden boeken zonder internet besloten we om Havana uit te gaan. De taxichauffeur raadde ons het tropische strand in ‘Santa Maria’ aan.

Santa Maria is een prachtig tropisch strand. Zo ééntje die je op foto’s ziet met palmbomen, ligbedjes, bedienden die je voor een paar een euro voorzien van heerlijk verse mojito’s en pina Colada’s en een turquoise zee met de temperatuur van een volgelopen badkuip. Het was heerlijk om hier de laatste dag nog even te vertoeven.